Billeder på siden
PDF
ePub
[ocr errors]

hij het beeld vertoont van den man, die zich voortdurend beijvert den boomtak door te zagen, waarop hij gezeten is, om ten slotte in de meest hopelooze skepsis weg te zinken „a true sceptic.... diffident of his philosophical doubts, as well as of his philosophical convic tion" 1). Hume zal ons (indien het me geoorloofd is hier 'n paar welbekende termen uit 'n andere wetenschap over te nemen) in dit opzicht 'n „ontogenetische" recapitulatie en voltooiing te aanschouwen geven van het proces, dat we in z'n „phylogenetisch" verloop hebben gevolgd in de reeks der engelsche empiristen van Bacon tot Hume.

[ocr errors]

1) Tr. on H. N. I IV 4 (I 552). Men vergelijke ook de stemming ten opzichte van het publiek in de volgende plaats bij den aanvang van Dl. I van de „Treatise" (I 308): my Lord Bacon and some late philosophers in England, who have begun to put the science of man on a new footing, and have engaged the attention, and excited the curiosity of the public. So true it is, that however other nations may rival us in poetry, and excel us in some other agreeable arts, the improvements in reason and philosophy can only be owing to a land of toleration and liberty", met die in het IIIe deel, na de ongunstige ontvangst van Dl. I.: without this advantage I never should have ventur'd upon a third volume of such abstruse philosophy, in an age, wherein the greatest part of men seem agreed to convert reading into an amusement, and to reject every thing that requires any considerable degree of attention to be comprehended". (III I 1 Vol. II pg. 234).

STELLINGEN.

STELLINGEN.

[ocr errors]

I.

Dat is de geweldige en grootsche beteekenis van de scepsis van Hume. Zij is een noodzakelijk doorgangspunt in de geschiedenis niet alleen, maar ook in de philosophische ontwikkeling van wie over de door Hume aangeroerde problemen tot helder inzicht wil komen."

Prof. Dr. M. A. VAN MELLE, Beschou. wingen naar aanleiding van David Hume en zijne leer van het Kenvermogen, pg. 40.

II.

Het empirisme is 'n truism" of 'n dwaling.

[ocr errors]

III.

Uit de dwaling van het empirisme valt meer te leeren dan uit menige waarheid.

IV.

Das Höchste wäre, zu begreifen, dass alles Faktische

schon Theorie ist".

GOETHE.

V.

Tusschen Locke en Hume staat, zoowel logisch als historisch, Berkeley.

VI.

„Die englische Philosophie von Bacon bis Hume bildet ein Continuum".

KUNO FISCHER, F. Bacon und seine

Schule, pg. 452.

VII.

De methode, in 'n wetenschap te volgen, is afhankelijk van haar object en doel, in verband met aard en grenzen van ons kenvermogen.

VIII.

Historische kritiek is wetenschap, en daarom in beginsel, methode, resultaten, alleen door iemand van wetenschappelijken aanleg na behoorlijke propaedeuse verstaanbaar.

IX.

alle empirische Wirklichkeit.... wird Natur, wenn wir sie betrachten mit Rücksicht auf das Allgemeine, sie wird Geschichte, wenn wir sie betrachten mit Rücksicht auf das Besondere".

H. RICKERT, Die Grenzen der naturwissenschaftlichen Begriffsbildung, pg. 255.

« ForrigeFortsæt »